Tegen 2035 geen diesel- en benzinewagens
Is het haalbaar? En wat zijn de alternatieven?
Tegen 2035 zouden er in de Europese Unie geen nieuwe wagens meer mogen worden verkocht die rijden op benzine of diesel. Daarover heeft het Europees Parlement gisteren gestemd. Het einde van de fossiele brandstofmotoren lijkt zo stilaan aangebroken in Europa. Maar zijn we er wel klaar voor?
Het lijkt nog veraf, 2035. Maar voor een historische omslag in de automobiliteit lijkt het tegelijk dichtbij. “Toch is het een haalbare kaart”, stelt Mark Pecqueur, docent autotechnologie aan de Thomas More Hogeschool. “Het is absoluut noodzakelijk om in 2050 klimaatneutraal te zijn. En het is haalbaar ja”, zegt ook mobiliteitsprofessor Cathy Macharis (VUB).
“Er wordt overigens niet gezegd dat alles elektrisch of waterstof moet zijn. Zelfs niet dat het geen verbrandingsmotoren mogen zijn”, nuanceert Pecqueur. “Het moet gewoon nul emissie zijn.” “En de auto-industrie is er in elk geval klaar voor”, zegt autojournalist Gert Verhoeven.
“De industrie heeft de voorbije 10 jaar zijn huiswerk gemaakt. Er zijn vandaag producten te koop waar je perfect 3 à 400 kilometer kan rijden.” Volgens Verhoeven zullen autoconstructeurs de klassieke verbrandingsmotoren trouwens zelfs nog vlugger vaarwel zeggen dan wat Europa vooropstelt.
“Vanaf 2026 komt er de Euro7-norm aan. Dat betekent dat het ontwikkelen van een auto met een verbrandingsmotor complexer en duurder gaat worden omdat de uitstoot verder naar omlaag moet. De vraag is of constructeurs zo’n auto nog gaan willen bouwen. Je ziet vandaag al de markt veranderen. Kleinere, goedkopere autootjes met verbrandingsmotoren gaan er al uit.”
Waterstof en e-fuels
Om het wegvallen van benzine en diesel op te vangen, denken we misschien in de eerste plaats aan elektrische auto’s, waarbij we de stekker in het stopcontact steken om bij te tanken. “Maar onze doelstelling is om de CO2-uitstoot naar beneden te brengen, niet om allemaal elektrisch te rijden”, klinkt het bij Gabriel Goffoy van autosectorfederatie Febiac. Er bestaan namelijk ook andere alternatieven waarbij we geen laadpalen nodig hebben. E-fuels, electrofuels bijvoorbeeld.
“Er zijn inderdaad plannen om fossiele brandstoffen te vervangen door e-fuels. Een e-fuel haalt CO2 uit de atmosfeer en stoot die daarna terug uit. Er wordt dus geen extra CO2 gecreëerd. Het is van belang dat we op een voor de burger aanvaardbare manier in die evolutie verder gaan”, legt Goffoy uit. Al stellen milieuorganisaties daar ernstige vragen bij. “Voor e-fuels neem je elektriciteit. Je maakt daar waterstof mee en daarna draai je er CO2 bij om er een brandstof van te maken. Dat is extreem inefficiënt en extreem duur”, zegt William Todts, topman bij de ngo Transport & Environment.
Waterstof lijkt in dat licht dan een volwaardiger alternatief. “Maar op waterstof rijden zal drie keer duurder zijn dan puur elektrisch rijden”, zegt professor Cathy Macharis. Duurder, want waterstof moet worden aangemaakt, via (liefst groene) energie. Het rendement van waterstof is dus minder groot omdat er nog een extra tussenstap is in vergelijking met puur batterij-elektrisch rijden. Autojournalist Gert Verhoeven en professor Macharis zien waterstof dan ook vooral als een oplossing voor groot vervoer en auto’s voor langere ritten.
Auto’s die grote afstanden moeten rijden en zwaar zijn, daar hebben we waterstof voor nodig. Voor kleinere auto’s full electric batterijen. Dat is het pluralisme waar we naartoe moeten (Autojournalist Gert Verhoeven)
Docent autotechnologie Mark Pecqueur ziet eveneens heil in waterstof, ook voor gewone personenwagens. “Vorig jaar heeft DAF Trucks de Truck innovation award gewonnen met een waterstofverbrandingsmotor. ABC motoren in Gent bouwen nu heel grote motoren op waterstof die ze kunnen gebruiken in de scheepvaart en de treinwereld. Het gaat dus wel bovenaan beginnen. Maar ik zie een heel grote gelijkenis met diesel.”
“In de jaren 70 geloofde niemand dat we ooit met personenwagens op diesel zouden rijden, tot Volkswagen kwam met de Golf diesel en 10 jaar laten werden meer diesels verkocht dan benzinewagens. Elektrisch rijden is een ideale oplossing voor iemand die thuis een eigen garage of oprit heeft met een aansluiting om de auto te laden. Maar heel veel mensen kunnen dat niet. Waterstof kan dat probleem oplossen.”
Het voorstel zoals het is goedgekeurd door het Europees Parlement sluit e-fuels als mogelijk alternatief op dit moment uit voor auto’s en bestelwagens omdat er toch nog een beetje CO2 zou worden uitgestoten via de uitlaat. Het voorstel moet nu nog verder onderhandeld worden met de EU-lidstaten.
Wat met de infrastructuur?
Voor elektrisch rijden moet er sowieso nog een grote omslag komen in onze infrastructuur. Gisteren heeft Fluvius, de beheerder van ons elektriciteitsnet, een investeringsplan van 4 miljard euro voorgesteld. “Voor elektrisch rijden is er 10 jaar te laat gereageerd”, stelt autojournalist Gert Verhoeven. “Die aangekondigde investering is een goede eerste stap. Maar vandaag zijn we er absoluut niet klaar voor. Niet qua laadinfrastructuur en vooral ook niet qua energieproductie.”
“Op vlak van de laadpalen zitten we vrij achterop als je vergelijkt met onze buurlanden”, stelt ook professor Cathy Macharis vast. “Er is wel een inhaalbeweging bezig. Ik denk dat de urgentie en de noodzaak wel naar voren worden gebracht. Men is daar mee bezig. Je hebt ook niet zo heel veel snelladers nodig. Dat is eerder voor mensen die bijvoorbeeld op skiverlof gaan en door Europa reizen met de auto.”
Maar wellicht is er toch ook een fundamentele switch nodig in het autogebruik om alles haalbaar te maken. “Ik zie nooit alle auto’s die nu op alle parkeerplaatsen staan een laadpunt hebben”, dixit Mark Pecqueur. Cathy Macharis denkt dat er meer zal worden overgeschakeld op autodelen, als onderdeel van een multimodale dienstverlening.
Pecqueur ziet het tegen 2035 nog futuristischer. “Tegen dan zie ik ons geen auto meer kopen. Dan rijden auto’s autonoom. Zoals we nu een taxi kunnen bestellen, zullen we een voertuig bestellen dat zelfstandig rijdt. En op wat zullen die auto’s dan rijden? Op iets wat op dat moment voor de aanbieder van de dienst het goedkoopste is; elektriciteit of waterstof.”
BRON: VRT nieuws foto Peter Hilz
